vrijdag 29 januari 2010

Samen bouwen aan het woud

Goudkopleeuwapen dragen zelf bij aan het herstel van het woud waarvan hun voortbestaan afhankelijk is. Dat is de voornaamste conclusie uit recente wetenschappelijke publicaties van Lilian Catenacci en Kristel De Vleeschouwer, beiden medewerkers van het KMDA conservatieproject BioBrasil in Brazilië. Jarenlang bestudeerde het onderzoeksteam de uitwerpselen van goudkopleeuwapen in het Una reservaat in de Atlantische kustwouden van Bahia, Brazilië. Uit het onderzoek bleek dat de kleine aapjes zaden verspreiden van maar liefts 23 boomsoorten, en dat ze de belangrijkste verspreiders zijn van zaden van bromelia’s. Doordat ze verschillende woudtypes bezoeken en daar hun waardevolle vrachtje achterlaten, dragen de leeuwaapjes bij tot de overleving en verspreiding van verschillende boomsoorten en epifyten, en zorgen ze zelf voor de regeneratie van verstoorde woudfragmenten.
Een tweede publicatie beschrijft de eigenschappen en voedingswaarde van de vruchten die door goudkopleeuwapen gegeten worden. Het blijken vooral kleine, zachte en sappige vruchten met veel suikers en vetten te zijn die hun voorkeur hebben. Maar de diertjes zijn zeer gemakkelijk in die keuze, want hun dieet wordt vooral bepaald door wat er op dat moment voorhanden is in hun leefgebied eerder dan de voorkeur voor specifieke vruchten.
Dit is zeer relevante kennis, omdat we zo een duidelijk beeld krijgen van de levenswijze en noden van goudkopleeuwapen in deze gedegradeerde gebieden. De overleving van de diertjes wordt namelijk bedreigd door de sterke achteruitgang en versnippering van hun leefgebied. De onderzoekers van BioBrasil bestuderen al sinds 2002 de ecologie, het gedrag en de populatiedynamiek van goudkopleeuwapen in het Atlantische kustwoud van Zuid-Bahia. De jarenlang vergaarde kennis zal de basis vormen voor een conservatie-actieplan voor de soort. Daarbij worden concrete acties ontwikkeld om de overleving van de dieren en hun habitat op lange termijn veilig te stellen, door bijvoorbeeld het oppervlakte beschermd woud te vergroten, woudfragmenten onderling te verbinden, en verdere versnippering van het woud tegen te gaan. Zo bouwen we samen met de leeuwaapjes aan een nieuwe toekomst voor de Atlantische kustwouden van Brazilië.

Kristel De Vleeschouwer

dinsdag 26 januari 2010

Een zompige Zegge vol water


Een kleine 60 jaar geleden bekommerde zich nog bijna niemand over natuurbehoud en bescherming van diersoorten. Vlaanderen bijvoorbeeld had nog geen natuurreservaten, maar de toenmalige directeur van de KMDA, Walter van den Bergh, speelde wel al met het idee. Op 15 november 1952 was het zover. Met de aankoop van De Zegge door de KMDA, was het eerste Vlaamse natuurreservaat een feit.
De KMDA heeft sinds de aankoop in 1952, en later onder deskundige leiding van Marcel Verbruggen, alles in het werk gesteld om dit bijzonder laagveengebied tot een volwaardig natuurreservaat te ontwikkelen en het verder uit te breiden. Dankzij het intensieve beheer, dat enkel mogelijk is door de inzet van de vaste medewerkers en vele vrijwilligers, konden veel bijzondere planten en dieren behouden blijven voor De Zegge. Door het beheer, dat streeft naar een brede landschappelijke diversiteit, probeert de KMDA niet enkel de natuurwaarden van De Zegge te handhaven, maar deze ook uit te breiden. In De Zegge groeien niet minder dan 24 plantensoorten die vermeld staan in de Rode Lijst van planten in Vlaanderen. Noemenswaardig is de aanwezigheid van zeer zeldzame planten zoals het waterlepeltje, het klimopklokje en moerashertshooi. Daarnaast broeden er er veel bijzondere vogelsoorten waaronder de waterral, de z
omertaling, de wespendief en de havik. Het porseleinhoen en de zeer zeldzame roerdomp hebben in het recente verleden ook in De Zegge gebroed, maar helaas niet regelmatig.
De Zegge is bovendien bijzonder waardevol omdat het reservaat de enige populatie Ringslangen van Vlaanderen herbergt. In 1968 werden 9 volwassen ringslangen uit Noord Frankrijk geherintroduceerd in de Zegge en er worden elk jaar weer meer dieren waargenomen. Het gebied is een uitermate geschikt biotoop voor ringslangen door de open waterplassen en ruigten die afgewisseld worden met zonnige plekken, het rijke voedselaanbod, en de aanwezigheid van voldoende schuilplaatsen. Op verschillende plaatsen buiten het reservaat werden de afgelopen jaren weer ringslangen of vervellingen teruggevonden.
Om het beheer van het nog steeds groeiend reservaat doeltreffend te kunnen blijven doen, moet gezocht worden naar efficiëntere beheersmaatregelen. Aangezien zowel de kwantiteit en kwaliteit van het water van cruciaal belang is voor De Zegge, bestuderen we al enkele jaren in een gezamenlijk onderzoeksproject met de Universiteit Antwerpen de waterhuishouding binnen het gebied. In het kader van dit lange-termijnonderzoek in samenwerking met de onderzoeksgroep van Prof. Dr. Patrick Meire, worden al vanaf 2004 de waterniveaus gemeten, en grondwaterstalen en oppervlaktewaterstalen genomen voor een gedetailleerde analyse van waterkwaliteit. De resultaten van dit onderzoek zullen op termijn gebruikt worden om een nieuw en gepast beheersplan voor de toekomst op te stellen, en de Zegge zo optimaal mogelijk te kunnen behouden als parel in de kroon van de KMDA.
Zjef Pereboom, Steven Vansteenkiste (met dank aan Marcel Verbruggen)
foto: Lieve Geens