vrijdag 13 augustus 2010

Salamanders in het vriesvak
















Het CRC werkt met Amerikaanse onderzoekers van Nashville Zoo en Michigan State University aan de ontwikkeling van nieuwe technieken om zaadcellen van amfibieen in te vriezen en voor lange tijd te bewaren. Het internationale onderzoeksteam onder leiding van Robert Browne, een van onze CRC-wetenschappers, werkt met de grootste salamandersoort in de Verenigde Staten, de Hellbender, ook wel modderduivel genoemd.

De Noord-Amerikaanse Hellbender is een van de drie bekende reuzensalamandersoorten behorende tot het geslacht Cryptobranchus dat naast de hellbender ook de Chinese en de Japanse reuzensalamander omvat. Deze salamander die tot 40 centimeter lang kan worden, en voorkomt langs bergstromen in het zuidoosten van de VS, wordt in zijn natuurlijke habitat bedreigd met uitsterven door milieuvervuiling, het verlies van geschikte beken, en een zeer laag voortplantingssucces. De uiteindelijke doelstelling van het consortium is om door middel van cryopreservatie - het bewaren van levensvatbare lichaamscellen bij temperaturen tot min 200 graden Celsius -  zaadcellen van wilde mannelijke dieren te verzamelen en daarmee zo veel mogelijk genetische variatie van de wilde populatie te bewaren. In de toekomst zou deze zaadbank gebruikt moeten worden om de natuurlijke populaties Hellbenders met genetisch waardevolle bloedlijnen aan te vullen om zo het voortbestaan van de soort te waarborgen.

Tot nu toe heeft het team veelbelovende resultaten geboekt. Browne ontwikkelde de cryopreservatie methodes met de salamanders van Nashville Zoo, en de dierenartsen van Michigan State University testten de methodes en onderzoeken de levensvatbaarheid van ingevroren salamandersperma. De eerste succesvolle experimenten laten zien dat de onderzoekers erin slagen ingevroren sperma langer dan zes maanden te laten overleven. Dit wijst er op dat het ingevroren sperma zelfs na tientallen jaren nog levensvatbaar is, en dat we in principe met het bewaren van de genetische variatie op deze wijze over tien, twintig of dertig jaar de soort altijd nog kunnen herintroduceren.

Zjef Pereboom - CRC