vrijdag 27 februari 2009

Eerlijke choco uit Kameroen


Het ‘Projet Grands Singes’ (PGS) van KMDA is een uniek wetenschappelijk project dat onderzoek, natuurbehoud en duurzame ontwikkeling combineert in één programma. Het hoofddoel van PGS is de bescherming van chimpansees en gorilla’s door middel van wetenschappelijk onderzoek, en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren van bij de lokale bevolking. De plattelandsbevolking in het zuidoosten van Kameroen is zeer arm en steunt grotendeels op de hen omringende natuurlijke hulpbronnen voor voedsel en inkomsten. Samen met de lokale bevolking en lokale overheden zoekt PGS naar alternatieve inkomensbronnen om zo de nood aan commerciële jachtpraktijken te verminderen.

Een van onze meest recente projecten is een programma om de cultivering van cacao te verbeteren in de plattelandsdorpen in de Noordelijke Periferie van het Dja Biosfeer Reservaat waar onze wetenschappers hun onderzoek doen. Voor dat project heeft het CRC een beurs ontvangen van €19.000 van het EFICO fonds, een bedrijfsfonds onder beheer van de Koning Boudewijn Stichting.


De cultivering van een lucratieve variëteit van cacao kan helpen om de armoede te verminderen en het negatieve effect op het milieu te reduceren door duurzame ontwikkeling te stimuleren. Met het geld van EFICO zal PGS materialen en technische trainingen voorzien in samenwerking met Dr Dibog van het IRAD, het Kameroenese onderzoeksinstituut voor agronomie. Samen met de bevolking worden zo nieuwe cacaoplantages gecreëerd, om enerzijds de levensstandaard te verbeteren en daarnaast bij te dragen tot de bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en mensapen.

Nikki Tagg, Zjef Pereboom

donderdag 12 februari 2009

In den beginne


Vandaag is het precies 200 jaar geleden dat Charles Darwin (1809-1882) werd geboren, en dit jaar werd 150 jaar zijn beroemde werk “On the Origin of Species” gepubliceerd. Darwin is daarmee de grondlegger van de evolutietheorie, één van de krachtigste en invloedrijkste ideeën ooit geformuleerd, omdat de theorie een eenvoudige wetenschappelijke verklaring geeft voor de ontwikkeling van het leven en haar verscheidenheid.
Darwin wees ons op het belang van variatie, natuurlijke selectie en overerving als de basisprincipes van evolutie. Dieren van eenzelfde soort vertonen altijd kleine verschillen, en die variatie leidt er toe dat sommige dieren beter aangepast zijn aan hun omgeving. Natuurlijke selectie zorgt ervoor dat enkel dieren met voordelige eigenschappen kunnen overleven en zich voortplanten. Overerving maakt dat zulke eigenschappen doorgegeven worden aan volgende generaties. Evolutie door natuurlijke selectie maakt het mogelijk dat dieren- en plantensoorten zich telkens weer kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden.

Voor de KMDA speelt de evolutietheorie een centrale rol in onze dagelijkse werking. Als zoo werken wij immers met het resultaat van miljoenen jaren van evolutionaire aanpassingen. De diversiteit van soorten in onze tuinen is als het ware een afspiegeling van de diversiteit van het leven op aarde. Maar nog belangrijker, onze werkmethoden zijn een rechtstreeks gevolg van de inzichten die Darwin ons bijbracht.Concreet betekent dit voor onze dagelijkse werking dat we in zoopopulaties zoveel mogelijk natuurlijke variatie willen behouden. Variatie biedt immers de beste overlevingskansen. Ons equivalent van natuurlijke selectie is het gecoördineerd kweken van dieren door te selecteren welke dieren zich voortplanten en welke niet. Door het juiste beheer van kweekprogramma’s dragen we er zorg voor dat een hoog percentage genetische variatie bewaard blijft in een soort. Dat houdt bijvoorbeeld in dat we soms met succesvolle, goed reproducerende dieren niet meer verder kweken (omdat hun “eigenschappen” al oververtegenwoordigd zijn) en dat we alles op alles zetten om met andere dieren zoveel mogelijk te kweken. We nemen dus niet enkel voldoening met de “aantallen” dieren in onze parken, maar ook met de hoeveelheid genetische variatie die we kunnen handhaven. Door regelmatige uitwisselingen tussen bloedlijnen en dierentuinen zorgen we dat die variatie op grotere schaal behouden blijft, en voorkomen we dat we alle spreekwoordelijke eitjes in één mandje leggen. Ook de wetenschappers van het CRC gaan bij hun onderzoek en de wetenschappelijke ondersteuning van het werk van Zoo en Planckendael uit van de principes uit de evolutietheorie. Alle aspecten van de biologie waarmee zij dagelijks in onze parken en onderzoeksprojecten mee in aanraking komen zijn immers tot stand gekomen door evolutionaire processen.

Zjef Pereboom