dinsdag 29 september 2009

Leuk, leuk, leuk!!! ...bezoekers...


Heb je dat ook wel eens gehad!? Je staat voor een dierenverblijf in de Zoo, en één van de dieren komt naar je toe “om met je te spelen”. Veel mensen zullen je voor gek verklaren, maar zo heel gek is die gedachte niet eens. Zoobezoekers kunnen wel degelijke een positieve invloed hebben op het gedrag en het welzijn van de dieren. We spreken dan van verrijking. Maar de invloed van bezoekers kan ook negatief zijn en zich uiten in een toename van stressgedragingen of agressie tussen de dieren.

Om meer inzicht te verkrijgen in de effecten van bezoekers op verschillende diersoorten die eenzelfde verblijf delen, evalueerden we het gedrag van ezelspinguïns, koningspinguïns en macaronipinguïns in de Antwerpse Zoo. Uit de resultaten bleek dat - in tegenstelling tot wilde pinguïns - alle drie de soorten veel minder agressieve gedragingen vertoonden met toenemende bezoekersaantallen. Dit kan komen omdat pinguïns waakzamer zijn in aanwezigheid van bezoekers (en liever geen tijd besteden aan ruzie maken), of omdat bezoekers een verrijkend effect hebben. Dit laatste lijkt inderdaad het geval voor de ezelspinguïns. Zij bleken een sterke voorkeur te hebben om te zwemmen voor een groot onderwaterraam, vooral wanneer er méér bezoekers stonden. Maar die bezoekers bleken tegelijkertijd ook stresserend te kunnen zijn aan de andere kant van het verblijf. Wanneer er veel bezoekers stonden aan de rechterkant, waar ze hoog boven de zwemmende pinguïns uittorenen, verdween die duidelijke voorkeur, en leken de pinguïns de bezoekers te mijden. Dit laat duidelijk zien dat bezoekers zowel een verrijkende als stresserende invloed kunnen hebben op dierentuindieren. Maar de studie geeft ook aan dat de studie van bezoekerseffecten ons kanhelpen het welzijn van zoodieren te verbeteren én te waarborgen, en dat een juiste inrichting van het verblijf van groot belang kan zijn.


Melanie Rosenhart (VU Amsterdam) & Zjef Pereboom (CRC)

zaterdag 19 september 2009

Kus de kikker


Kijk eens naar je handen, misschien is het je al opgevallen? Bij mensen hebben mannen een ringvinger die wat langer is dan hun wijsvinger terwijl bij vrouwen net het omgekeerde waar is: de wijsvinger is meestal net iets langer dan de ringvinger. Wanneer je nu de lengte van je wijsvinger deelt door die van de ringvinger zal de bekomen ratio bij mannen lager zijn dan bij vrouwen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat mannen tijdens hun ontwikkeling in de baarmoeder worden blootgesteld aan hogere concentraties van het mannelijk geslachtshormoon testosteron. De afgelopen jaren zijn er al verschillende studies uitgevoerd bij zoogdieren, reptielen en vogels maar men weet bijna niets over dit fenomeen bij amfibieën en met deze studie zal daar verandering in komen.
De verhouding van de tweede tot de vierde vinger of teen wordt aangeduid als de digit ratio of 2D:4D. Bij veel diersoorten verschilt 2D:4D tussen de twee geslachten en in dat geval spreken we van een seksueel dimorf kenmerk. Een verschil in de blootstelling aan geslachtshormonen tijdens de ontwikkeling ligt mogelijk aan de basis van dit seksueel dimorfisme in 2D:4D. Het probleem is echter dat bepaalde stoffen uit de omgeving de werking van geslachtshormonen nabootsen en zo kunnen leiden tot afwijkingen in de ledematen en geslachtsorganen van amfibieën.


Recent zijn we in de Zoo van Antwerpen een studie gestart om na te gaan in hoeverre zulke seksuele dimorfismen in 2D:4D voorkomen bij een variatie aan amfibieën. Vertegenwoordigers van de Anura (kikkers en padden) en Caudata (salamanders) worden onderzocht met behulp van een diervriendelijke methode: een combinatie van digitale foto’s en computer software laat toe om de lengtes van de tweede en vierde teen op te meten en de ratio te bepalen. De methode maakt een internationale samenwerking mogelijk waarbij bijdragen worden geleverd door verschillende instituten: Nordens Ark, Zweden, Perth Zoo, Australië, Diergaarde Blijdorp, Nederland, het Natuurhistorisch Museum in Londen, Verenigd Koninkrijk en het Russisch Biofysisch Instituut, Pushchino.

Natuurpunt, een Belgische stichting die het opneemt voor de natuur in Vlaanderen, leverde een grote bijdrage aan de studie. De Hyla werkgroep die onderdeel uitmaakt van deze vereniging houdt zich al sinds 1987 bezig met projecten die betrekking hebben op amfibieën en reptielen. Leden van Hyla in Brasschaat coördineren sinds 1995 jaarlijks “paddenoverzetten” tijdens de lentemigratie van padden, kikkers en salamanders naar hun voortplantingsgebieden. Barrières worden geplaatst samen met ingegraven emmers om te vermijden dat de amfibieën de weg oversteken en zo ten prooi vallen aan het verkeer. Bovendien zijn recent tunnels onder de weg aangelegd zodat de dieren niet meer noodgedwongen bovengronds moeten oversteken. Vele avonden gingen de Hyla leden op pad, gewapend met enkele emmers en zaklampen, om de dieren te verzamelen en veilig over te zetten. Ook kwamen meerdere scholen een handje toesteken om ‘s morgens amfibieën te verzamelen en ze een veilig heenkomen te bezorgen. De kinderen kregen op deze manier een beginnende kennis over het leven van een amfibie, het “kus-de-kikker-en-hij-verandert-in-een-prins” verhaaltje inbegrepen, en konden aan den lijve ondervinden wat conservatie inhoudt. Hyla maakte het voor ons mogelijk om grote aantallen van de gewone pad (Bufo bufo) en bruine kikker (Rana temporaria) te fotograferen.
Amfibieën zijn wereldwijd in crisis: verschillende rapporteringen van misvormde dieren, ernstige populatie afnamen en extincties hebben de laatste jaren tot bezorgdheid geleid. Onderzoek dat informatie kan leveren over de kwaliteit van het milieu waarin de dieren leven draagt bij aan conservatiedoeleinden. Amfibieën bezitten een permeabele huid die makkelijk stoffen uit de omgeving opneemt, ook verblijven ze tijdens hun leven vaak zowel in het water als in terrestrische omgevingen. Effecten op amfibieën zouden dan ook een goede weerspiegeling zijn van schadelijke stoffen uit het omringend milieu, men beschouwt ze met andere woorden als zeer goede bio-indicatoren. Indien de digit ratio blijkt te verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes, kan deze ratio mogelijk als aanwijzing gebruikt worden om een slechte omgevingskwaliteit op te sporen. Zo kunnen amfibieën misschien wel niet alleen zichzelf maar ook de mens helpen want we leven immers allen in dezelfde omgeving.
Anke Stolk (UA) , Robert Browne (CRC)

dinsdag 1 september 2009

Kets valt in de prijzen


In november zal opnieuw de jaarlijkse Ketsprijs voor de biologie uitgereikt worden. De Ketsprijs biedt Vlaamse en Waalse masterstudenten sinds 2007 de mogelijkheid om op grond van een samenvatting van hun master thesis mee te dingen naar een van congresbeurzen twv 1200 euro die door de KMDA en Parc Paradisio beschikbaar worden gesteld. De zes als beste geselecteerde kandidaten stellen hun thesis voor tijdens een symposium voor een jury van Vlaamse en Waalse professoren.
Ondanks dat de prijs in haar huidige vorm pas twee jaar bestaat begint er binnen de Belgische universitaire wereld belangstelling voor te komen. Maar om het voortbestaan van de prijs te kunnen garanderen en de communicatie over het bestaan van de prijs en de doelstellingen ervan te verbeteren werken we vanaf dit jaar samen net de Koninklijke Belgische Vereniging voor Dierkunde (KBVD). Samenwerking met de KBVD is een strategisch goede stap om de Ketsprijs een breder draagvlak en meer bekendheid te geven binnen de academische wereld in België. Vanaf volgend jaar zal de KBVD nog een extra beloning uitreiken. De winnaar ontvangt dan naast de huidige prijs een vergoeding voor de reis- en registratiekosten voor deelname aan het jaarlijkse Benelux Congress of Zoology (afwisselend georganiseerd in België en Nederland) inclusief een tijdsslot voor een heuse wetenschappelijke presentatie tijdens de algemene vergadering.
Jacques Kets (1785-1865), de eerste directeur van de KMDA was een befaamd zoöloog en taxidermist - hij had onder meer het paard van Willem van Oranje opgezet dat in 1815 was gedood bij de Slag van Waterloo - en bezat een uitgebreid naturaliënkabinet en een belangrijke natuurhistorische bibliotheek aan de Kloosterstraat te Antwerpen. lees meer >>


Zjef Pereboom (CRC)