Onderzoekers in Congo kwamen deze week met een verrassend nieuwtje in het American Journal for Primatology: zij zagen hoe wilde bonobo’s het vlees van een dood bonobo-jong opaten. Opmerkelijk is dat ook de moeder van het jong zelf mee at van het vlees.
Bonobo’s worden vaak als vriendelijk, niet agressief en empathisch omschreven. In de jaren zeventig kwam het gedragsonderzoek naar deze soort op gang en werden onderzoekers getroffen door de verschillen met chimpansees. Van chimpansees wist men toen al dat zij oorlog voerden, kleine apensoorten vingen en opaten en ook jongen van hun eigen soort doodden en opaten. De bonobo daarentegen werd beschouwd als de vredelievende mensaap die alle conflicten oploste met seks, weinig vlees at en kreeg als bijnaam de “hippie onder de mensapen”. Deze metafoor sloeg aan in de media en geraakte ingeburgerd in de cultuur van de jaren negentig. Zo schreef Hugo Claus zelfs een gedicht over de bonobo, en schreef in zijn roman “onvoltooid verleden”: “'Want dit zijn bonobo's of pygmee-apen en die zijn vredig. Zoals jij, Broer. En zoals jij doorlopend hitsig.”
Vorig jaar al doorbraken de bonobo’s van Lui Kotale het stereotiepe beeld van de vredelievende, haast vegetarische bonobo. Toen meldden onderzoekers van dezelfde onderzoeksgroep dat deze bonobo’s regelmatig vlees aten, en ook kleinere apensoorten, zoals meerkatten, mangabeys en colobusapen vingen en opaten. Nu komt daar dus het verhaal bij over hoe een bonobo-moeder verscheen met haar eigen, pas overleden jong van een jaar of twee, drie. Het lijkje werd afgepakt door een ander, meer dominante bonobo-vrouw, die een half uurtje later van het dode jong begon te eten. Kort daarna at ook de moeder zelf mee, en later bemachtigden verschillende volwassen mannen en vrouwen een stukje vlees en aten het op. Volgens de onderzoekers is dit geen afwijkend gedrag. Het werd ook al beschreven voor wilde orang-oetans en chimpansees.
In Planckendael, waar de bonobo’s dit jaar 20 jaar bestudeerd zijn, is dit gedrag tot hiertoe nog niet waargenomen. Ook in het internationale kweekprogramma voor deze soort, dat sinds 1987 door biologen van de KMDA wordt gecoördineerd, is zoiets nog niet gemeld. Toch verrast het de onderzoekers niet: wie langer naar de bonobo’s kijkt, ziet al gauw dat ze niet écht liever zijn dan chimpansees. Ze kunnen elkaar het bloed van onder de nagels pesten en schuwen ook agressie niet. Af en toe vallen er gewonden, soms stort de hele groep zich op één zondebok. Het klopt dat ze het nadien vaak goedmaken - soms met seks, soms met vlooigedrag – maar dat is zeker niet altijd zo. Het voorval van kannibalisme komt niet geheel onverwacht, maar bewijst dat ook bij de bonobo, de aap nog niet helemaal uit de mouw is en we over deze soort nog veel kunnen leren.
Jeroen Stevens
foto: Maarten van der Voorde
Bonobo’s worden vaak als vriendelijk, niet agressief en empathisch omschreven. In de jaren zeventig kwam het gedragsonderzoek naar deze soort op gang en werden onderzoekers getroffen door de verschillen met chimpansees. Van chimpansees wist men toen al dat zij oorlog voerden, kleine apensoorten vingen en opaten en ook jongen van hun eigen soort doodden en opaten. De bonobo daarentegen werd beschouwd als de vredelievende mensaap die alle conflicten oploste met seks, weinig vlees at en kreeg als bijnaam de “hippie onder de mensapen”. Deze metafoor sloeg aan in de media en geraakte ingeburgerd in de cultuur van de jaren negentig. Zo schreef Hugo Claus zelfs een gedicht over de bonobo, en schreef in zijn roman “onvoltooid verleden”: “'Want dit zijn bonobo's of pygmee-apen en die zijn vredig. Zoals jij, Broer. En zoals jij doorlopend hitsig.”
Vorig jaar al doorbraken de bonobo’s van Lui Kotale het stereotiepe beeld van de vredelievende, haast vegetarische bonobo. Toen meldden onderzoekers van dezelfde onderzoeksgroep dat deze bonobo’s regelmatig vlees aten, en ook kleinere apensoorten, zoals meerkatten, mangabeys en colobusapen vingen en opaten. Nu komt daar dus het verhaal bij over hoe een bonobo-moeder verscheen met haar eigen, pas overleden jong van een jaar of twee, drie. Het lijkje werd afgepakt door een ander, meer dominante bonobo-vrouw, die een half uurtje later van het dode jong begon te eten. Kort daarna at ook de moeder zelf mee, en later bemachtigden verschillende volwassen mannen en vrouwen een stukje vlees en aten het op. Volgens de onderzoekers is dit geen afwijkend gedrag. Het werd ook al beschreven voor wilde orang-oetans en chimpansees.
In Planckendael, waar de bonobo’s dit jaar 20 jaar bestudeerd zijn, is dit gedrag tot hiertoe nog niet waargenomen. Ook in het internationale kweekprogramma voor deze soort, dat sinds 1987 door biologen van de KMDA wordt gecoördineerd, is zoiets nog niet gemeld. Toch verrast het de onderzoekers niet: wie langer naar de bonobo’s kijkt, ziet al gauw dat ze niet écht liever zijn dan chimpansees. Ze kunnen elkaar het bloed van onder de nagels pesten en schuwen ook agressie niet. Af en toe vallen er gewonden, soms stort de hele groep zich op één zondebok. Het klopt dat ze het nadien vaak goedmaken - soms met seks, soms met vlooigedrag – maar dat is zeker niet altijd zo. Het voorval van kannibalisme komt niet geheel onverwacht, maar bewijst dat ook bij de bonobo, de aap nog niet helemaal uit de mouw is en we over deze soort nog veel kunnen leren.
Jeroen Stevens
foto: Maarten van der Voorde