vrijdag 18 december 2009

Biodiversiteit: ook ONS leven


De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot het internationale jaar van de biodiversiteit, met het motto “Biodiversiteit is Leven, Biodiversiteit is ONS leven”. Wereldwijd zullen burgers, overheden, bedrijven en allerhande instituten en natuurbeschermingorganisaties, actie ondernemen om het belang van biodiversiteit op onze planeet onder de aandacht brengen, en het verlies ervan terug te dringen.
De KMDA grijpt deze unieke kans aan om in 2010 het brede publiek te sensibiliseren voor de waarde van biodiversiteit, en om onze eigen activiteiten in dit kader te presenteren. Van onze eigen natuurreservaat de Zegge, onze conservatieprojecten in de Atlantische kustwouden van Brazilië en in de niet-beschermde wouden van Kameroen, tot de conservatieprojecten van derden die we financieel of wetenschappelijk ondersteunen. Het jaar van de biodiversiteit moet voor alles een viering worden van al het leven op aarde, en de betekenis die biodiversiteit heeft voor ons dagelijkse leven. De meeste mensen waarderen zonder meer de pracht van de natuur, maar slechts weinigen zijn zich echt bewust van hoe ernstig bedreigd, en hoe belangrijk biodiversiteit is voor ons dagelijks leven en welzijn.
Biologische diversiteit of verscheidenheid - kortweg biodiversiteit - wordt omschreven als de gevarieerdheid van al het leven op Aarde. Daartoe horen niet alleen alle dieren, planten, schimmels, bacteriën en andere micro-organismen, maar ook landschappen en leefgebieden. Ook wij zelf maken deel uit van biodiversiteit, maar we zijn meteen ook de belangrijkste veroorzaker van de sterke achteruitgang ervan. Door het kappen van bos, de handel in bedreigde diersoorten, intensieve landbouw, overbevissing, overmatig energiegebruik etc. tast de mens niet enkel de natuur aan, maar bedreigt hiermee ook zijn eigen toekomst. Biodiversiteit staat immers aan de basis van ons hele leven. Biodiversiteit verschaft ons voedsel en water, het levert de grondstoffen voor economische activiteiten en bestanddelen voor geneesmiddelen, zorgt voor een gezonde lucht, kan mee helpen klimaatsverandering te stabiliseren door koolstofgas vast te houden, enzovoort. Behoud van biodiversiteit is dus van essentieel belang voor het behoud van het leven op aarde, ook voor ons eigen leven.
Natuurbehoud is het kernpunt van de doelstellingen van de KMDA. Dat willen we bereiken we door een combinatie van wetenschappelijk onderzoek, educatie, natuurbescherming en de stimulering van duurzame ontwikkeling. Zonder de steun van onze leden en bezoekers zou dit uiteraard nooit mogelijk zijn. Volgend  jaar zullen we u op allerlei manieren op de hoogte stellen van onze inspanningen en die van anderen.
Zjef Pereboom – CRC

woensdag 9 december 2009

Eten wat het bos schaft


Maandag duiker-dag, woensdag colobus-dag, en op zondag een steak van bosolifant of een terrine van laaglandgorilla op het menu!? Voor u misschien een ongewoon en gruwelijk idee, maar voor een groot deel van de armere bevolking in Afrika en Azië dagelijkse praktijk. Het verdwijnen van wilde dieren door niet-duurzame jachtpraktijken is niet alleen een bedreiging voor de biodiversiteit, maar op de lange duur ook voor de lokale bevolking zelf die afhankelijk is van woudvlees (bushmeat) voor hun voorziening in dierlijke eiwitten en inkomsten.
Projet Grands Singes (PGS), een van de conservatieprojecten van de KMDA, combineert wetenschappelijk onderzoek naar chimpansees, gorilla’s en hun leefomgeving met natuurbescherming en rurale ontwikkeling. Om de zogenaamde ‘bushmeat crisis’ het hoofd te bieden nemen we alle ecologische, sociologische en economische factoren die een rol spelen bij de jacht op woudvlees in beschouwing, en werken intensief samen met alle betrokken partijen, van de lokale bevolking tot de Kameroenese overheid. In nauw overleg met een Community Wildlife Management Committee, een vertegenwoordiging van al deze partijen, heeft PGS een jachtbeheersplan opgesteld met als doel de duurzame jacht te bevorderen. In principe geeft dit plan aan waar, wanneer en hoeveel elk van de dorpelingen mag jagen. Om alternatieve inkomstenbronnen te creëren en zo de commerciële jacht terug te dringen werden kleinschalige economische projecten opgestart, zoals georganiseerde teelt van cacao. PGS realiseerde ook een dorpswinkel waar producten zoals rijst en zeep kunnen worden gekocht met de opbrengst van deze nieuwe economische activiteiten in de dorpen.
Om de effectiviteit van de aanwezigheid en strategie van PGS te kunnen onderzoeken werkten we in 2009 aan een socio-economische studie in het gebied. Een team van PGS onderzoekers verzamelde gedetailleerde informatie over de jachtdruk, de jachtinspanningen, de economie van de huishoudens en het lokale dieet in de dorpen Malen V, Doumo-Pierre en Mimpala, en de aanwezigheid van wilde dieren het omliggende regenwoud. De gegevens werden vervolgens vergeleken met vergelijkbare gegevens die tussen 2002 en 2006 in dezelfde dorpen waren verzameld. 
De resultaten lieten zien dat de dorpelingen het meeste geld verdienen door teelt en de verkoop van cacao, het werk dat zij verrichten voor PGS in het woud, en….de verkoop van woudvlees. Ondanks het feit dat PGS werkzame alternatieven voor stroperij heeft gecreëerd, de dorpswinkel intensief bleek te worden gebruikt, het totaal aantal gedode dieren per jager is afgenomen, en er veel minder voor eigen gebruik werd gejaagd, wijzen de resultaten erop dat de intensiteit van het jagen toch sterk is toegenomen. Desondanks lijkt deze toename geen direkt negatief effect te hebben op de aanwezigheid van wilde dieren in het woud.  
De toename van de jachtactiviteiten wordt mogelijk veroorzaakt doordat het aantal jagers is gestegen, dat de jacht steeds vaker gebeurt met illegale geweren en dat er  vooral voor commerciële doeleinden wordt gejaagd. Het meeste bushmeat bleek inderdaad aan handelaren van buiten het dorp te worden verkocht voor de markten in de stedelijke gebieden. De toename van de jacht kan verder deels verklaard worden doordat PGS in de periode 2005-2006 minder actief is geweest.
Kortom, voor de lokale economie en het levenskwaliteit van de participerende dorpen lijkt de gevoerde strategie tot op zekere hoogte effectief te zijn. Verder onderzoek moet de details nog uitklaren. Om daadwerkelijk op de lange termijn de niet-duurzame jacht op woudvlees te ontmoedigen is een hechte samenwerking met andere belanghebbende organisaties en strengere strafmaatregels voor illegale jagers essentieel, net zoals de continuïteit van inkomsten genererende microprojecten en intensieve bewustwordingscampagnes.
Inge Luyten & Nikki Tagg

zondag 6 december 2009

Een tipje van de sluier



Altijd al willen weten wat bezoekers doen en vooral niet doen tijdens hun bezoek aan de zoo? Onbedwingbaar nieuwsgierig waar die vreemde stellage in het siamangverblijf voor bedoeld is? Dan heeft u vrijdag 20 november uw kans gemist. Op die dag hield het CRC namelijk haar inmiddels traditionele jaarlijkse zoo-onderzoek symposium onder het indrukwekkende walvisskelet in de Darwinzaal van de Antwerpse Zoo. In een serie korte multimedia presentaties vertelden de CRC medewerkers en enkele speciale gasten over de huidige onderzoeksprojecten en over nieuwe spannende projecten die op stapel staan.
In het ochtendprogramma brachten CRCer Kristiaan D’Août en enkele gasten van de Universiteit van Antwerpen (Prof. Dr. Peter Aerts), de Universiteit van Jena, Duitsland (Lauflabor, Dr. André Seyfarth), en  van de Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne, Zwitserland (Dr. Auke Ijspeert) een voordracht over hun wetenschappelijk werk in het LocoMorph project, een gemeenschappelijk Europees onderzoek gericht op het begrijpen van voortbeweging in de natuur, en in de robotica (zie ook hier). De sprekers stelden ieder hun werk voor met veel interessante en onderhoudende video’s waarin ze lieten zien hoe ze robots in het laboratorium bewegingen kunnen laten maken die we uit de dierenwereld kennen. De voordrachten waren een sprekend voorbeeld van hoe een zeer complex onderzoeksveld toch aantrekkelijk en eenvoudig voor een lekenpubliek gebracht kan worden.
Na de lunch gingen de CRC wetenschappers, studenten en gasten verder met voordrachten over de lopende ex situ projecten. Jeroen Stevens (CRC) hield een voordracht over toegepast diergedrag in de zoo en Hilde Vervaecke (KH St. Lievens) stelde enkele onderzoeksprojecten voor over het gedrag van onze zoo-bezoekers. De doctoraatstudenten Fana Michilsens (UA & CRC) en Bruno Levecke (UGent & CRC) vertelden respectievelijk over hoe siamangs zich zo efficiënt mogelijk voortbewegen tijdens het armslingeren in een complexe omgeving, en wat het belang is van onderzoek naar parasitaire infecties bij apen en mensapen in dierentuinen. Tot slot informeerde onze dierenarts Francis Vercammen het publiek over hoe we amfibieën het leven in de zoo gemakkelijker kunnen maken door hen regelmatig een fikse dosis ultraviolet licht toe te dienen, en hij lichtte een tip van de sluier op over de ontwikkeling van een nieuw behandelingsprotocol voor schimmelinfectie bij kikkers dat volgend jaar van start zal gaan.
Later die middag werd uitgebreid aandacht geschonken aan de in situ activiteiten die de KMDA over de hele wereld uitvoert. Zjef Pereboom gaf de laatste stand van zaken weer over ons conservatieonderzoek in Brazilië (BioBrasil) en Kameroen (Projet Grands Singes), en Inge Luyten, een student van de universiteit Utrecht, vertelde de toehoorders hoe succesvol onze medewerkers in Kameroen zijn in de strijd tegen de jacht op woudvlees. Ons onlangs gestarte doctoraatsproject over de monniksgieren werd uitgebreid voorgesteld door Peter Galbusera, en Zjef Pereboom en Matthias Papies (KMDA & Universiteit Wageningen) vertelden over de bezigheden van Jill Shephard rond de ooievaars van Planckendael.
Met al deze voortreffelijke voordrachten en een publiek van ongeveer 90 geïnteresseerde toehoorders beschouwt het CRC dit derde symposium als een groot succes. Als u een van de deelnemers van onze studiedag was horen we graag wat u er van vond, of misschien hoe u het anders zou willen zien. Als u het dit jaar moest missen hoop ik dat u er volgend jaar zeker wel bij zult kunnen zijn.
Katja Wolfram - CRC