Gibbons zijn kleine mensapen die gekend
zijn als behendige armslingeraars, maar onderzoek toont nu aan dat ze ook
uitblinken in springen. Ze hebben hiervoor geen anatomische aanpassingen, maar
gebruiken een speciale techniek waarbij ze hun lange armen naar voren zwaaien.
Deze techniek lijkt op die van de Oude Grieken waarbij halters in elke hand
werden gehouden om verder te kunnen springen.
Bij onderzoek dat werd uitgevoerd
door onderzoekers van de K.U. Leuven, University of Liverpool, het CRC en de Universiteit
Antwerpen in Dierenpark Planckendael (Muizen), en dat deze maand werd
gepubliceerd in Biology Letters, werden
sprongen van meer dan 5 m gemeten, heel wat voor een aapje van pakweg 6 kg. Op
basis van de gemaakte video-opnames konden de onderzoekers berekenen dat gibbons
hierbij meer arbeid verrichten dan tot hiertoe werd opgemeten bij de sprongen van
andere dieren. Dit is bijzonder aangezien gibbons geen anatomische
specialisaties bezitten voor springen. Ze zijn in staat tot deze opmerkelijke
prestaties door hun lange armen naar voren te zwaaien, een techniek die lijkt
op die van de Oude Grieken, waarbij halters in elke hand werden gehouden om verder
te kunnen springen. Door het naar voren zwaaien van hun lange armen, een
specifieke adaptatie voor armslingeren, kunnen gibbons de afstoottijd verlengen.
Hierdoor is er meer tijd is om kracht te leveren en kunnen ze een langere
afstand overbruggen tijdens een sprong.
De bijzondere springcapaciteiten zijn voor
gibbons bijzonder belangrijk in het wild. Gibbons leven in het tropisch
regenwoud in Zuid-Oost Azië en slingeren van de ene naar de andere boomkruin,
veelal op grote hoogte. Als de afstand tussen twee bomen te groot wordt, dan
moeten ze afdalen naar de woudbodem waar ze kwetsbaar zijn voor predatoren, of
moeten ze springen van boom tot boom. Een goede inschatting van de sprong is
hierbij van levensbelang. De uitmuntende springprestaties, die in deze studie
werden opgemeten, komen hierbij goed van pas.
Door de toenemende ontbossing zijn
vele gibbonsoorten met uitsterven bedreigd en wordt
hun habitat steeds meer gefragmenteerd. Ook in het kader hiervan is het
belangrijk om een goede inschatting te kunnen maken van de afstand die gibbons
kunnen overbruggen van boom tot boom.
Evie Vereecke (K.U. Leuven / University of Liverpool) en Kristaan D'Aout (CRC / UA)
zie ook de internationale pers:
zie ook de internationale pers: