dinsdag 4 oktober 2011

Moederlijk delen bij de bonobos in Planckendael

Bonobo's maken voor de uitwisseling van voedsel voor diensten mogelijk gebruik van principes die we kennen uit de economie, zo blijkt uit recent onderzoek in Planckendael Biologen en antropologen zijn erg geïnteresseerd in voedseldelen bij mensapen. We weten namelijk dat mensapen en andere primaten voedsel wederkerig kunnen uitwisselen (“als ik vandaag van jou een appel krijg, krijg jij er later eentje van mij”), maar voedsel kan ook uitgewisseld worden voor een andere pasmunt, bijvoorbeeld vlooien (“als jij mij veel vlooit, dan krijg jij van mij een appel”). Door dit soort “biologische markten” bij apen en andere dieren te bestuderen, hopen we te leren hoe dit gedrag bij mensen is geëvolueerd. Eerder onderzoek in Planckendael, en in de zoo van San Diego, toonde aan dat bonobo’s minder tolerant voedsel delen dan chimpansees. Bonobo’s stelen vaker voedsel van elkaar, geven het minder gemakkelijk weg en delen minder wederkerig dan chimpansees. Het onderzoek dat werd uitgevoerd in 2008 in Planckendael suggereerde dat dit kwam omdat de dominantiehiërarchie bij bonobo’s strikter is dan bij chimpansees.


Na dit onderzoek verhuisde een groot deel van de Planckendaelse bonobo’s naar andere dierentuinen in het kader van het kweekprogramma, en kwamen nieuwe dieren naar Planckendael. Een ideale situatie om in de zomer van 2010 dezelfde studie te hernemen met nieuwe studiedieren. Daarom trok Evelien De Groot, studente biologie aan de Universiteit Antwerpen, gewapend met papieren zakken vol bonobo-voer naar Planckendael. Door het voedsel in de zakken aan te bieden, kon één bonobo het voedsel gemakkelijker monopoliseren, en kon Evelien kijken wie er vervolgens mocht mee-eten. In het tweede deel van de studie kregen de bonobo’s bundels wilgentakken aangeboden. Door in deze twee verschillende contexten voedseldelen te stimuleren, kon er eveneens gekeken worden naar de invloed van het aanbod (zakken voedsel/bundel takken) op het voorkomen van de uitwisseling van voedsel. Takken zijn immers gemakkelijker te verdelen onder de dieren en men verwacht hierbij dus minder competitie en meer wederkerig voedseldelen, dan bij de sterk monopoliseerbare en dus moeilijker te verdelen zakken met voedsel.

Uit de resultaten kwam naar voor dat in tegenstelling tot de eerdere studies, de bonobo’s van de nieuwe groep toleranter waren in voedseldelen, hoewel er een zeer duidelijke en steile hiërarchie was. Voedsel werd niet wederkerig uitgewisseld, maar werd wel geruild voor vlooigedrag en omgekeerd. Dit wijst mogelijk op het bestaan van een biologische uitwisselingsmarkt. Was er voldoende tolerantie (bij minder competitie: de wilgcontext), dan werd er vaker toegestaan om voedsel te nemen. Verder was er een sterke invloed van verwantschap (vooral moeder Lina deelde veel voedsel met haar twee zonen Lucuma en Louisoko). Het grote verschil tussen de resultaten van de huidige en de vorige studie kan te wijten zijn aan de invloed van de groepssamenstelling en de persoonlijkheden van de dieren. Over het belang van persoonlijkheid in sociale relaties, wordt nu verder onderzoek verricht in Planckendael door doctoraatstudente Nicky Staes.

Evelien De Groot / Jeroen Stevens