over de hele wereld steeds vaker gebruik van gedragsverrijking om ervoor te zorgen dat de dieren voldoende afleiding hebben en minder ongewenst gedrag gaan vertonen, zoals het zogenaamde “ijsberen”. De laatste jaren bestaat er een trend om hierbij gebruik te maken van geuren als gedragsverrijking. Veel roofdiersoorten hebben immers een uitstekende reukzin. Een recente studie toonde aan dat deze vorm van verrijking tot nog toe vooral bij katachtigen werd toegepast, maar veel minder bij hondachtigen en helemaal niets werd uitgevoerd bij hyena’s, hoewel ook zij bekend staan om hun goede reukvermogen.
Daarom besloten we om een onderzoek uit te voeren naar het gebruik van geurverrijking bij de gevlekte hyena’s in Planckendael. Eerdere studies bij hyena’s hadden wel aangetoond dat hyena’s verschillende geuren kunnen onderscheiden, maar er was weinig geweten over de invloed van geuren op het gedrag van hyena’s doorheen de dag. Stagiaire Heleen Ceuppens van de Katholieke Hogeschool Sint Lieven te Sint Niklaas trok aan de slag. Zij bood aan de hyena’s 3 verschillende geuren aan. Bloed werd gekozen omdat deze geur bij onze hyena’s bekend is (ze eten vlees). Daarnaast gebruikten we twee etherische oliën: pepermuntolie en lavendelolie. Van de eerste werd in eerdere studies aangetoond dat hij een opwekkende invloed had op het gedrag van honden, de tweede zou rustgevend werken. Heleen sprenkelde elke geur steeds op één pakje stro dat in het verblijf werd gelegd, dit werd het gemarkeerde pakje stro. Daarnaast legden we in het verblijf ook telkens een pakje ongemarkeerd stro. Zo werd elke geur op vijf verschillende dagen aan de hyena’s aangeboden. Om te kijken of stro op zich een effect had, voorzagen we ook vijf dagen waarop de hyena’s twee pakjes ongemarkeerd stro kregen. Bovendien keek Heleen natuurlijk ook op vijf dagen zonder enige extra verrijking. Al tijdens de observaties viel op dat de hyena’s heel fel reageerden op pepermuntolie: ze snuffelden veel aan het gemarkeerde stro en gingen er zelfs in liggen rollen. Daarna roken ze natuurlijk zelf helemaal naar pepermunt, zodat ze zichzelf begonnen schoon te likken en ook opvallend meer met elkaar speelden. Dit alles zorgde ervoor dat in aanwezigheid van pepermuntolie inderdaad het “ijsbeer” gedrag verminderde. De geuren van bloed en lavendel hadden een gelijkaardig effect: beide verminderden het stereotiepe “ijsberen”, maar zorgden niet echt voor meer sociale interacties. Hoewel we dus erg tevreden waren met onze geurexperimenten, die voor het eerst aantoonden dat geuren kunnen gebruikt worden als verrijking voor hyena’s, zat er een onverwacht staartje aan het verhaal. Uit de analyses bleek namelijk dat de beste remedie tegen stereotiep “ijsberen” bestond uit het aanbieden van twee pakjes stro zonder geuren. Op die controledagen stereotiepeerden de hyena’s het minst, omdat ze gewoon de hele namiddag lagen te zonnen, elk op zijn eigen pakje ongemarkeerd stro!
We weten nu dus dat we in de toekomst het leven van onze hyena’s kunnen verrijken door hen gewoonweg stro aan te bieden, waarop we zo af en toe een drupje pepermuntolie kunnen sprenkelen om het spannend te houden.
Daarom besloten we om een onderzoek uit te voeren naar het gebruik van geurverrijking bij de gevlekte hyena’s in Planckendael. Eerdere studies bij hyena’s hadden wel aangetoond dat hyena’s verschillende geuren kunnen onderscheiden, maar er was weinig geweten over de invloed van geuren op het gedrag van hyena’s doorheen de dag. Stagiaire Heleen Ceuppens van de Katholieke Hogeschool Sint Lieven te Sint Niklaas trok aan de slag. Zij bood aan de hyena’s 3 verschillende geuren aan. Bloed werd gekozen omdat deze geur bij onze hyena’s bekend is (ze eten vlees). Daarnaast gebruikten we twee etherische oliën: pepermuntolie en lavendelolie. Van de eerste werd in eerdere studies aangetoond dat hij een opwekkende invloed had op het gedrag van honden, de tweede zou rustgevend werken. Heleen sprenkelde elke geur steeds op één pakje stro dat in het verblijf werd gelegd, dit werd het gemarkeerde pakje stro. Daarnaast legden we in het verblijf ook telkens een pakje ongemarkeerd stro. Zo werd elke geur op vijf verschillende dagen aan de hyena’s aangeboden. Om te kijken of stro op zich een effect had, voorzagen we ook vijf dagen waarop de hyena’s twee pakjes ongemarkeerd stro kregen. Bovendien keek Heleen natuurlijk ook op vijf dagen zonder enige extra verrijking. Al tijdens de observaties viel op dat de hyena’s heel fel reageerden op pepermuntolie: ze snuffelden veel aan het gemarkeerde stro en gingen er zelfs in liggen rollen. Daarna roken ze natuurlijk zelf helemaal naar pepermunt, zodat ze zichzelf begonnen schoon te likken en ook opvallend meer met elkaar speelden. Dit alles zorgde ervoor dat in aanwezigheid van pepermuntolie inderdaad het “ijsbeer” gedrag verminderde. De geuren van bloed en lavendel hadden een gelijkaardig effect: beide verminderden het stereotiepe “ijsberen”, maar zorgden niet echt voor meer sociale interacties. Hoewel we dus erg tevreden waren met onze geurexperimenten, die voor het eerst aantoonden dat geuren kunnen gebruikt worden als verrijking voor hyena’s, zat er een onverwacht staartje aan het verhaal. Uit de analyses bleek namelijk dat de beste remedie tegen stereotiep “ijsberen” bestond uit het aanbieden van twee pakjes stro zonder geuren. Op die controledagen stereotiepeerden de hyena’s het minst, omdat ze gewoon de hele namiddag lagen te zonnen, elk op zijn eigen pakje ongemarkeerd stro!
We weten nu dus dat we in de toekomst het leven van onze hyena’s kunnen verrijken door hen gewoonweg stro aan te bieden, waarop we zo af en toe een drupje pepermuntolie kunnen sprenkelen om het spannend te houden.
Jeroen Stevens - CRC
foto: Jeroen Stevens