dinsdag 6 oktober 2009

Op de vlooienmarkt

Het vlooigedrag bij apen heeft met ongedierte weinig van doen. Hoewel de apen af en toe wel eens een luis of een neet te pakken krijgen, gaat het bij dit gedrag toch vooral om sociale relaties. Door elkaar te vlooien, vormen of bevestigen apen vriendschapsbanden. Sinds tientallen jaren buigen biologen zich over het vlooigedrag bij verschillende apensoorten.


Vlooigedrag gebeurt niet zomaar: biologen gaan ervan uit dat het gedrag voor de apen kostelijk is: de tijd die een aap besteedt aan het vlooien van een groepsgenoot, kan hij niet besteden aan het zoeken naar voedsel, of aan het zichzelf vlooien. Dus moeten apen keuzes maken: wie zal ik vlooien, en wat krijg ik ervoor terug? Vooral dat laatste houdt biologen die in Planckendael de bonobo’s onderzoeken al een vijftiental jaren bezig. Het blijkt immers dat verschillende soorten primaten bij het vlooien een marktmodel volgen, gebaseerd op de economische wetten van vraag en aanbod. Als er veel partners beschikbaar zijn, stijgt het aanbod, maar ook de vraag. Dergelijke “biologische marktmodellen” zijn hot topic. Uit onderzoek van Hilde Vervaecke en Jeroen Stevens is gebleken dat de bonobo’s ook andere diensten “betalen” met vlooigedrag: wie vaak een andere bonobo vlooit, kan bij ruzies rekenen op de steun van zijn vaste vlooipartner. Daarnaast is vlooien bij bonobo’s vooral wederkerig: “als jij mij vlooit, dan vlooi ik jou”. Wanneer we verschillende bonobogroepen in dierentuinen bekijken, zien we dat deze wederkerigheid samenhangt met de dominantiestijl van de groep: sommige groepen zijn despotisch, met een duidelijke, strikte rangorde en hier wordt minder wederkerig gevlooid. Andere groepen zijn eerder egalitair, alle dieren hebben meer gelijkaardige rangen, en in deze groepen gebeurt vlooien wel voornamelijk wederkerig. Mensengroepen gelden doorgaans als egalitair (toch in vergelijking met sommige apensoorten) en misschien ligt deze egalitaire samenleving dus wel aan de basis van onze neiging om diensten en wederdiensten te bewijzen?

Dit jaar neemt Nikki Staes, Master student aan de Universiteit van Antwerpen, het vlooigedrag van de bonobo’s in Planckendael nog nauwkeuriger onder de loep. Zij kijkt niet alleen naar hoe vaak de bonobo’s elkaar vlooien, maar ook of ze elkaar even lang vlooien. Een vlooisessie bestaat immers uit korte episodes waarbij de vlooipartners geregeld van rol veranderen: eerst vlooit bonobo A zijn groepsgenoot bonobo B voor een tijdje, en direct daarna is het de beurt aan bonobo B. We vragen ons nu af of ze daarbij min of meer bijhouden hoe lang ze gevlooid zijn en hun eigen vlooi investering daaraan aanpassen. Uit onderzoek van bavianen en makaken blijkt alvast dat zij in staat zijn om op die manier de rekening bij te houden. Maar capucijnapen en chimpansees, die als “intelligenter” te boek staan, balanceren nu juist niét op kortere termijn! Dus misschien gaat het niet om intelligentie, maar is ook dit weer terug te voeren op verschillen in dominantiestijl? De onderzoeken van Nikki zullen het hopelijk uitwijzen!

Nikki Staes (Universiteit Antwerpen) & Jeroen Stevens (CRC)
foto: Jeroen Stevens